понедельник, 24 ноября 2008 г.

beelden...



geluid-klank-beeld

Na de dialogen te hebben bestudeerd en bewerkt, begon ik onvermijdelijk verhalen te construeren waar het geluid maar een bijrol zou spelen. Het idee (metafoor of vertelling) stonden dan centraal. Deze methode lijkt me niet echt productief. 
Ik wil een stap terug zetten en niet vanuit een bepaald idee of verhaal werken, maar vanuit de klank zelf, los van zijn betekenis. De analyse van klanken en hun beelden (figuurlijk of associatief) lijdt naar een visueel (bewegend) beeld. Het gaat dus om visualisatie van geluid. 
Vragen:
1) Wat is het verschil tussen een geluid en een klank?
2) Welke klanken? 
Het lijkt me handig om als vertrekpunt klanken en geluiden te verzamelen die om een of ander reden indruk op me maken. Ze kunnen zijn verbonden met herinneringen (schommel, trolley-bus, oude deur, stemmen) of gewoon "indrukwekkend" (stappen op de sneeuw, pianosnaren). Dan kan ik verder geluiden bijvoegen die daarop lijken of daarbij horen.
Werkwijzen:
1. Verzamelen/opnemen van geluiden
2. Componeren
3. Visualiseren (gaat parallel met eerste twee). 
Beeld/techniek:
Tekeningen. Vormen/achtergronden-> inkt/aquarel. Lijnen - inkt/mirage... 
Welke kleuren en vormen hebben de klanken? (En hoe klinken de wezens uit je fantasie en dromen?) Deze vragen wil tussen de andere beantwoorden tijdens mijn onderzoek. 

ideeën

Idee 1: naar aanleiding van dialoog 1.



Dialoog 1: Die vrouw heeft veel voorwerpen. Zij benoemt de voorwerpen en de man doet haar na -> door het spreken beïnvloedt zij de manier hoe en wat de man zegt.  Als je de sprekers A en B niet als mensen bekijkt, maar als weerspiegeling van wat ze zeggen, abstracte figuren, kun je je voorstellen dat ze veranderen van beeld onder de invloed van wat er wordt gezegd.




Idee 2: na aanleiding van de dialoog 3.


Alledaagse gesprekken in een andere omgeving. 

Als je zo'n gesprek hoort zie je de situatie meteen voor je ogen -> Door de gesprekken in een andere (visuele) context te plaatsten kun je een komische of zelfs absurde effect bereiken. 

Bij voorbeeld: Dezelfde dialoog uitgevoerd door Aliens. 



Idee 3: na aanleiding van dialoog 4.


Het is een narratieve dialoog. Er wordt een verhaal verteld. De sprekers vertellen een wargebeuren verhaal en geven er hun mening over, waardoor zo ook iets over zichzelf vertellen.


3-A:   Vervangen van de rollen van de vertellers en de personages uit de verhaal. 

Twee onrealistisch getekende karakters ->  de mensen in de bus. 

Een realistisch karakter (rotoscoop?) - een jong meisje, het verzamelde beeld van de drie slachtoffers. Het meisje reist met de bus en valt in slaap. Ze wordt wakker en stapt uit de bus.


Jongen en meisje - de  bussprekers -  gaan naar I Love Techno (of zoiets dergelijks). Ze nemen druks, alles verandert van kleur en vorm. Ze gaan trippen en beelden zich in dat zij samen in de auto rijden. Muziek wordt steeds harder. De auto stijgt, ze houden elkaars handen vast in een euforische flow . Het muziek wordt op begeven moment onderbroken met het geluid van een autocrash. Het beeld wordt een abstracte combinatie van kleuren en vormen, de contouren van de karakters verdwijnen. Je hoort het geluiden van brand, gekraak van staal, brandweer, ambulance en zo voort. Een TV komt in beeld - iemand schakelt hem uit, geluid stopt. Je ziet de hand van de realistische personage met een afstandsbediening. 

Volgende shot - jong meisje (realistisch) zit op de bank naast een TV. Het is stil (geluiden van een woonkamer) 


4: poezie:  Jan Arends of Sergey Esenin.


Jan Arends ->  de metaforen uit gedichten: "De roofbomen zijn zieker dan de mensen 's nachts.."  - gestoorde dichter

kindertekenstijl; kunst van gestoorden...


   


dialogen

Dialoog 1.



A (vrouw):  Ik heb een pen, een boek dak nog niet heb gelezen. Ziet er heel netjes uit. En... Ik heb een bladwijzer

B(man): Ik heb een gsm.

A: Wat heb ik nog allemaal

C(vrouw): Wil je je jas even neerleggen?

A: Nee, ik zit graag op mijn jas.

B: Dan zit je ook hoger.

A: Lacht.




Dialoog 2.



A(man): En? Is het een mooie film?

B(vrouw): Nou, je hebt hem toch zelf net gezien.

A: Kunnen ze animatie gewoon niet verbidden in Polen?

B: Nee joh, iedereen mag doen wat hij wil.



Dialoog 3.


-Waar blijft die trein? 

-Ik heb honger

-Ik haat vertragingen!

-Ik heb zin in frietjes. Zullen we frieten gaan halen?

-Ja, snel!



Dialoog 4 (in de bus)


A -meisje met een sterke stem

B -jongen

C -meisje




C: Ze kwamen toch van Breda?

A: Nee, ergens van Rotterdam of zo. Ze waren alle drie op slag dood!    

B: Ja, ik heb vanochtend ook iets gehoord op Belgische nieuws. 

(zijn taal) Wat hadden ze toch allemaal op?

A: Niks. Ze waren niet dronken, geen druks, niks. Gewoon in slaap gevallen op E-19. Het was om een uur of 9... 

C: Tjongejonge, als je voelt dat je in slaapt valt, moet je gewoon even stoppen. Koffie ergens gaan drinken of weet ik veel wat.

B: Nee, als je echt zo moe bent, moet je gewoon niet gaan rijden! Gewoon pitten in de auto.

C: Nja...

B: Of met de bus, ze hadden een bus kunnen regelen. Dat doet men vaak..

C (onderbreikt, opgewekt) Of een hotelletje boeken!

A: Ze waren echt moe. Want - om hoe laat begint I love Techno? 7 uur?

C: Ja, zoiets. Het begint vroeg.

A: Van 7 tot 7, het is toch heel lang. 

B: Hoe bedoel je?

A: Nou, als zij van 7 tot 7 wakker bleven, het is 12 uur, het is toch heel lang. Ze waren alle drie in slaap gevallen. 

C: Als je met iemand meerijdt moet je ook wakker blijven.

A: De twee andere meisjes lagen op de achterbank. De auto week na een bocht af en botste tegen een vangrail. 

B: Ze hadden wakker moeten blijven...



(alle drie vallen en slaap en worden wakker in Breda)

B: Ben je in slaap gevallen?

A: Nee, de bus schudt te hard.

B: Even koffie halen. 

A: Het is al kwart voor. Het wordt stoptrein.

B: Om hoe laat...

A: 10 voor...

B: Nee, om hoe laat kom je aan?

A: Bij ons in Tilburg? 20 over...